Cambodjaanse archeologen hebben een groot eeuwenoud beeld van een schildpad opgegraven in het tempelcomplex van Angkor.
De uitgehouwen stenen schildpad van 56 x 93 centimeter (22 x 37 inch) waarvan wordt aangenomen dat hij dateert uit de 10e eeuw, werd woensdag ontdekt tijdens het graven op wat de plaats was van een kleine tempel die was gebouwd op Srah Srang, een van de verschillende stuwmeren van Angkor.
Onderzoekers stelden vast waar de tempel had gestaan en arbeiders lieten het water weglopen om de opgraving mogelijk te maken, die op 16 maart begon, zei Mao Sokny, hoofd van het opgravingsteam van de Apsara Authority, een overheidsinstantie die toezicht houdt op de archeologische vindplaats Angkor.
De onderste helft van de schildpad bleef donderdag begraven terwijl voorbereidingen werden getroffen om hem eruit te tillen zonder hem te beschadigen.
Angkor werd sterk beïnvloed door de hindoeïstische cultuur, en als gevolg daarvan werden er bij de bouw van een tempel of een ander belangrijk bouwwerk vaak heilige voorwerpen in de grond begraven als een gebaar om veiligheid en geluk te garanderen. In verschillende Aziatische culturen worden schildpadden gezien als symbolen van een lang leven en welvaart.
De opgraving ontdekte ook enkele andere zeldzame artefacten, waaronder twee metalen drietanden en een gebeeldhouwde kop van een naga, een mythisch wezen.
Het Angkor-complex is de grootste toeristische attractie van Cambodja, staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO en is opgenomen in de Cambodjaanse vlag.
Mao Sokny zei dat ontdekkingen van dergelijke artefacten Cambodjanen helpen trots te zijn op hun erfgoed.
